De Carpinus betulus (Haagbeuk) is geschikt voor hagen van 80 tot 300 cm hoog. Het blad loopt midden april uit en verschijnt dus vroeger dan het blad van de beuk. Deze haagplanten verliezen in de winter het meeste van hun blad. Een gedeelte blijft echter aan de struik behouden tot de struik in het voorjaar weer uitloopt. Hierdoor blijft een redelijke hoeveelheid privacy gewaarborgd. De gewone beuk behoudt meer blad, maar deze groeit minder snel.
Planten
Indien u een haag wenst te maken op een wat vochtige standplaats, is de Haagbeuk een betere keus dan de gewone Beukenhaag. De Carpinus betulus verraagt dit beter namelijk. U plant drie tot vijf stuks per meter (levermaat 60-80/80-100). Om de haag wat dichter te maken kunt u meerdere rijen aanplanten in driehoeksverband. U houdt een afstand van 30-40 cm tussen de rijen aan. Deze planten worden vooral als wortelgoed geleverd. Zodra ze uitlopen is de kans op uitdroging van de wortels te groot en moeten ze in containers geplaatst worden. Dit maakt ze echter een stuk duurder. Dit betekent dat u uw haag het beste tussen november en maart kunt aanplanten. De planten kunnen zowel in de zon als halfschaduw. Houdt er wel rekening mee dat de haag aan de onderkant wat kaal kan worden als hier te weinig lichtval is.
Bemesten
Door de struik te bemesten voorkomt u dat de wortels te ver uitlopen. Verder heeft de Carpinus betulus weinig bemesting nodig.
Snoeien
Indien u de haagbeuk niet snoeit dan groeit deze uit tot een boom. Deze kan een hoogte bereiken van zo’n 20 à 25 meter. Bij de toepassing als haag snoeit u hem twee keer per jaar. De eerste keer in het vroege voorjaar en nogmaals rond de langste dag (21 juni). Een haagbeuk die vaker gesnoeid wordt, groeit sneller dicht. Dit is uiteraard goed om te onthouden bij de wat jongere planten. Bij de jonge planten snoeit u eerst alleen de zijscheuten, totdat de gewenste hoogte bereikt is. Als de planten wat ouder zijn, volstaat het om de struik 1 (max. 2) keer per jaar te snoeien. De haagbeuk is op vele verschillende manieren toe te passen. Er zijn allerlei vormen mee te creëren; van blokken tot een koepel. Al naar gelang de snoei- en geleidingswijze.